Heden den dertienden November negentienhonderd, verscheen voor mij Jacob van der Leeden, Notaris ter standplaats Ouderkerk aan den IJssel, in tegenwoordigheid der natenoemen getuigen:
Antje Mudde, zonder beroep echtgenoote van Willem Both, woonende te Ouderkerk aan den IJssel, aan mij notaris bekend en bekwaam om bij uiterste wil te beschikken waartoe zij te kennen gaf bij deze te willen overgaan.
En verklaarde de comparante testatrice te herroepen en vernietigen alle uiterste wilsbeschikkingen vroeger door haar gemaakt of verleden.
En alsnu bij deze opnieuw beschikkend zoo verklaarde de testatrice:
te legateeren aan haren eetgenoot Willem Both, alle door haar natelaten onroerende en roerende goederen of zoovele en zoodanige daarvan als hij zal verkiezen, zulks tegen inbreng in hare nalatenschap, van de waarde dier goederen, te bepalen overeenkomstig de regelen bij de wet op boedelscheiding waarbij minderjarigen belang hebben vastgesteld.
Ten tweede: te benoemen tot eenige en algeheele erfgenaam harer nalatenschap; harer echtgenoot Willem Both voornoemd, zulks voorzoover de wet haar vrijlaat daarover te beschikken.
En ten derde: te benoemen tot uitvoerder harer uiterste wilsbeschikkingen, haren meergenoemden echtgenoot Willem Both, en zulks met de macht van inbezitneming harer nalatenschap.
De testatrice vooraf en buiten de tegenwoordigheid der getuigen haren wil aan mij notaris zakelijk opgegeven hebbende, heb ik notaris dien, overeenkomstig, die opgave, hiervoor in duidelijke bewoordingen in geschrifte doen brengen. En heeft de testatrice alsnu haren wil nader zakelijk aan mij notaris in tegenwoordigheid der getuigen opgegeven, waarna ik het vorenstaande testament heb voorgelezen en vervolgens aan de testatrice heb afgevraagd of het voorgelezene haren uiterste wil bevat, waarop zij bevestigend heeft geantwoord; hebben de gemelde voorlezing, afvraging en beantwoording, welke in tegenwoordigheid der getuigen plaats gehad.
Gedaan verlede te Ouderkerk aan den IJssel ten tijde in den hoofde dezer vermeld, in tegenwoordigheid van Tijs Halbe Veenstra, Notarisklerk en Teunis Uittenbogaart, klerk van de Krimpenerwaard, wonende beide aldaar, als getuigen.
En is deze minute door/leest/ onmiddelijk na gedane voorlezing daarvan in haar geheel door de comparante, de getuigen en mij notaris onderteekend.